Eindwerk Ineke Snoeck

Eindwerk Ineke Snoeck

Het werk is bedoeld om informatie te geven over dysfasie en als hulpmiddel in de omgang met dysfatische kinderen. Volgende aspecten komen erin aan bod:

Definitie: “Dysfasie is een specifieke stoornis van de taal, gekenmerkt door erge problemen qua taalbegrip en/of gesproken taal. Het is een primaire stoornis: er is dus geen sprake van gehoorverlies, verstandelijke handicap of emotionele stoornissen.”
Als kenmerken worden onderscheiden: abnormale automatische-vrijwillige dissociaties, stoornis van het opnemen van informatie, stoornis van het coderen, stoornis van het oproepen van woordenschat, vertraagde spontaniteit en stoornis van het verbale begrip die niet toe te schrijven is aan de woordenschat of het geheugen.
Er worden 2 categorieën onderscheiden van zware dysfasie, namelijk dysfasie met overwegend expressieve problemen en dysfasie met overwegend receptieve problemen.
Naast de taalproblemen heeft dysfasie ook nog andere gevolgen. Meerbepaald op vlak van contact maken, spelen en leren, gedrag, s
ociaal-emotionele ontwikkeling en leren op school.
Er worden zeer veel tips voor het omgaan met een dysfatisch kind gegeven: basisprincipes, praktische algemene richtlijnen, tips voor thuis en op school. Als basisprincipes worden vermeld: structuur, warmte en veiligheid bieden, uitgaan van de belevingswereld van het kind, het muzische element en het bewegingsaspect integreren in de taal.
behandeling voor kinderen met dysfasie bestaat niet. Een multidisciplinaire aanpak geniet echter wel de voorkeur. Het belang van een nauwe samenwerking tussen het team, de ouders en de school wordt onderstreept. Reëducatie door logopedie, SMOG (= Spreken Met Ondersteuning van Gebaren), leren lezen om daarna te leren praten, kinesitherapie en de Södebergh methode worden belicht.
Tot slot illustreert een casus van R. (6 jaar) de problematiek van ‘zijn’ dysfasie.