Lager onderwijs

Algemeen

  • schep een veilige en vertrouwde omgeving
  • vertrek vanuit de belevingswereld, het concrete
  • benut sterke kanten (visueel, non-verbaal, doorzetting…)
  • plaats het kind dichtbij de leerkracht
  • plaats het kind naast een talig sterke leerling
  • hou rekening met het nadelig effect van omgevingslawaai, verkies een rustige omgeving
  • wissel talige activiteiten af met niet-talige
  • bouw de duur van luisteractiviteiten gradueel op
  • geef het kind tijd
  • help bij startproblemen

Communicatie

  • communicatie staat voorop
  • vermijd op verzoeksituaties
  • accepteer de manier waarop de leerling communiceert
  • maak steeds oogcontact
  • let op eigen taalgebruik: praat langzaam en duidelijk in eenvoudige zinnen, benadruk belangrijke woorden
  • ondersteun taal met natuurlijke gebaren en mimiek
  • geef voldoende verwerkingstijd om taal te begrijpen. Wacht even
  • na een vraag zodat de leerling de tijd krijgt om de vraag te
  • begrijpen en vervolgens voldoende tijd krijgt om een antwoord te
  • formuleren
  • controleer regelmatig of de boodschap/opdracht werd begrepen
  • geef tijd bij het weergeven van gedachten; laat de leerling uitspreken, laat uitbeelden, naspelen of tekenen
  • let op met ironie en grapjes
  • figuurlijke taal is moeilijk!
  • corrigeer versprekingen tegemoetkomend

Tips bij woordvindingsproblemen

  • geef aanvulzin
  • bied eerste letter of klank aan
  • doe beroep op gevoel dat woord oproept (beleving)
  • gebruik andere kanalen: tekenen, uitbeelden,…
  • leer omschrijvingen, zoek synoniemen
  • leer standaardzinnetjes

Innerlijke taal

  • structureer en ondersteun innerlijke taal
  • verwoord eigen denkproces bij wat je doet
  • verwoord wat de leerling doet
  • gebruik dezelfde woorden bij dezelfde handelingen
  • vertolk wat de leerling voelt of beleeft
  • laat de leerling zoveel mogelijk ideeën en gedachten verwoorden

Visuele ondersteuning

  • gebruik gebaren, mimiek, foto’s, prenten, geschreven taal, tekeningen,…
  • bied stappenplannen aan
  • gebruik schriftbeeld
  • kies (voor)leesboeken met veel prenten
  • gebruik schema’s, kleurcodes, pictogrammen
  • nuttige software: SymWriter/ Pictoselector

Structureren

structureren in tijd

  • daglijn, weekkalender, klok, agenda (VISUEEL)
  • kondig veranderingen tijdig aan
  • vertel wat op elkaar volgt

structureren van handelingen

  • vaste volgorde
  • help bij startproblemen
  • stappenplannen

structureren van grotere taalgehelen

  • markeren, kleuren, schema’s (begrijpend lezen, verhalen, wero, vraagstukken,…)

Lezen en schrijven

  • aanvankelijk technisch lezen: ondersteun letters met gebaren en prenten
  • ondersteun visueel auditieve hak- en plakoefeningen en rijmoefeningen
  • stillezen vergemakkelijkt het begrip
  • laat een leestekst op voorhand voorbereiden (logopedist/ondersteuner/ouder)
  • baken paragrafen af
  • verkies woorddictee boven zinsdictee
  • bied invulzinnen aan
  • houd bij dictee het tempo van de leerling in de gaten

Rekenen

  • hou rekening met omschakelproblemen (bv. bij de overgang van een reeks optelsommen naar aftreksommen)
  • gebruik geïndividualiseerde stappenplannen en onthoudkaarten
  • laat regel-, getal- en tafelkaarten toe
  • ondersteun tafels visueel of met een liedje
  • visualiseer (splitsingen, breuken, vraagstukken)
  • gebruik ruitjespapier
  • metend rekenen: stimuleer concrete ervaring

Vakoverschrijdende problemen

  • taalproblemen hebben invloed op het begrijpen van opdrachten, teksten,
    verhalen en het formuleren van antwoorden
  • hou rekening met de moeizame talige informatieverwerking
  • laat de leerling niet onvoorbereid iets voor de klas vertellen, bereid de leerling voor
  • noteer moeilijk begrepen woordenschat voor logopedist of ondersteuner
  • laat spreekbeurt, versjes, boekbespreking voorbereiden met de logopedist en/of ondersteuner
  • laat begrijpend lezen en Wero vooraf verkennen door de logopedist of ondersteuner
  • hou rekening met problemen met het reproduceren van geheugenstof

Les geven

  • ondersteun gesproken taal visueel & met gebaren
  • hou instructies kort en duidelijk (bv: 1 opdracht)
  • splits meervoudige instructies in verschillende onderdelen (visualiseer met een stappenplan)
  • controleer of het kind de instructie, de taak begrepen heeft
  • indien traag tempo, geef enkel basisoefeningen
  • geef meer tijd nodig om leerstof te verwerken en herhaal
  • structureer, herhaal, geef tijd voor verwerking

Taken en toetsen

  • controleer agenda en boekentas
  • vermijd onverwachte toetsen
  • vraagstelling: duidelijk en helder
  • indien traag tempo, geef meer tijd