Wat moet je vooral doen?
- erkenning, begrip tonen
- communicatie accepteren, ook al is het stuntelig, ook gebaren aanvaarden
- korte zinnen gebruiken
- voldoende herhalen en voldoende tijd geven om te verwerken
- duidelijk, eerder traag praten, luid genoeg
- alle zintuigen aanspreken (gebruik kleurcodes, picto’s, schema’s, emotiekaarten)
- geheugenstof beperken tot essentiële
- controleer of een boodschap overkomt
- vaste zinsconstructies leren
- leer een stappenplan gebruiken
- maak oogcontact
- oefen conversatievaardigheden
- gebruik meerkeuzevragen
- probeer zoveel mogelijk te visualiseren: moeilijke woorden tekenen, opdrachten in pictogram-vorm, kalender gebruiken,…
Wat moet je vooral niet doen?
- uitdrukkelijk verbeteren
- zelfde eisen stellen als aan andere kinderen
- uitlachen
- dwingen tot praten
- directe vragen stellen
- veel informatie tegelijk geven
- lange instructies geven
- alle spellingsfouten aanrekenen
- figuurlijke taal gebruiken