Ondersteuningsnetwerken
Vanaf dit schooljaar kunnen leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ondersteuning krijgen vanuit de ondersteuningsnetwerken.
We moeten hierin een onderscheid maken tussen leerlingen type 2, 4, 6 en 7 auditieve beperking en de leerlingen type basisaanbod, 3 en 7 spraak- en taalstoornis.
Buitengewoon onderwijs: types | |
Type basisaanbod | voor kinderen met specifieke onderwijsbehoeften voor wie het gemeenschappelijk curriculum met redelijke aanpassingen niet haalbaar is in een school voor gewoon onderwijs. Dit type vervangt vanaf september 2015 geleidelijk de types 1 en 8. |
Type 1 | voor kinderen met een licht mentale handicap (in afbouw) |
Type 2 | voor kinderen met een verstandelijke beperking |
Type 3 | voor kinderen met een emotionele of gedragsstoornis, maar zonder verstandelijke beperking |
Type 4 | voor kinderen met een motorische beperking |
Type 5 | voor kinderen in een ziekenhuis, een preventorium of een residentiële setting |
Type 6 | voor kinderen met een visuele beperking |
Type 7 | voor kinderen met een auditieve beperking of een spraak- of taalstoornis |
Type 8 | voor kinderen met ernstige leerstoornissen (in afbouw) |
Type 9 | voor jongeren met een autismespectrumstoornis, maar zonder verstandelijke beperking (sinds september 2015) |
Opmerking: voor type 1 en type 8 bestaat geen kleuteronderwijs |
1. Leerlingen met een (gemotiveerd) verslag type 2, 4, 6, 7 auditieve beperking
De overheid bepaalt niet langer een vast aantal uren begeleiding per week per leerling. Scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs krijgen meer flexibiliteit om de beschikbare middelen in te zetten op basis van de ondersteuningsnood die er is. Voor de leerlingen type 2, 4, 6 en 7 auditieve beperking blijft leerlinggebonden financiering bestaan, maar deze wordt flexibeler aangewend. Het zijn de scholen voor buitengewoon onderwijs die hier het best geplaatst zijn vanuit hun handicap specifieke expertise om in samenspraak met gewone scholen, ouders en het CLB te kijken hoe en in welke mate ondersteuning wordt geboden. Die ondersteuning kan leerling-, leerkracht- of teamgericht zijn. Belangrijk is dat de ondersteuning voelbaar is tot op de klasvloer. Op die manier kan er meer op maat ondersteund worden, steeds binnen het totaalpakket aan middelen dat voorhanden is. Ondersteuning kan ook doorheen het schooljaar worden opgestart.
Ouders kunnen in samenspraak met de school gewoon onderwijs, de school kiezen waarvan zij de ondersteuning willen krijgen.
2. Leerlingen met een (gemotiveerd) verslag type 2, 7 spraak- en taalstoornis en 9 of HGD (handelingsgerichte diagnostiek) – traject type 3
Voor deze leerlingen is er geen leerlinggebonden financiering meer voorzien. Wel kunnen scholen een ondersteuningsvraag indienen bij het ondersteuningsnetwerk.
Scholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs brengen op gelijkwaardige basis en in co-creatie de expertise samen om leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en de leraren(teams) die met deze leerlingen werken, te ondersteunen.
Belangrijke overgangsmaatregel !!
Voor het schooljaar 2017-2018 werd beslist dat de GON begeleiding (zoals het voorheen was) voor bepaalde leerlingen type 7 (spraak- en taal) en type 9 (ASS) nog 1 jaar kan verdergezet worden door dezelfde school buitengewoon onderwijs als vorig schooljaar.
Voorwaarden:
- de leerling kreeg GON begeleiding in het schooljaar 2016-2017
- de leerling heeft nog recht op GON
- er is nog nood aan GON begeleiding