Ik ben kleuterleidster en mama van een dochter met dysfasie. Onze dochter, is nu twintig jaar oud. We hebben dus al een grote zoektocht achter de rug. Toen L. in het derde leerjaar zat hebben we haar laten testen en werd er ons verteld dat ze dysfasie had. Nooit van gehoord dus begonnen we informatie te zoeken en dit was moeilijk. L. kreeg wel begeleiding van een prachtige logopediste. Iemand die erg kundig is op vlak van dysfasie. Ze heeft zowel L. als ons mee op weg genomen om door al die schooljaren te geraken.
L. was dus een kind die laat kon praten en erg onduidelijk sprak. Haar verhalen waren moelijk te volgen als je niet wist waarover het ging. Ze kon de eenvoudige dingen vaak niet benoemen. Ze sprak steeds over dingen. L. was ook iemand die erg creatief bezig kon zijn waarschijnlijk omdat ze dan niet moest praten. Ofwel was ze buiten aan het fietsen of scaten. Dansen heeft ze ook altijd graag gedaan. Allemaal dingen waar ze geen taal bij nodig had. In de kleuterschool kon ze moeilijk afscheid nemen van ons. Altijd met tranen. Later bleek dat ze dit niet kon plaatsen en dat we haar het letterlijk moesten aanleren. In de lagere school kreeg ze veel conflicten met leeftijdsgenootjes. Het uitdrukken lukte haar niet goed en situaties begrijpen al even min. Het duurde altijd een tijdje voor dat wij doorhadden dat dit te maken had met de stoornis. Gelukkig hadden we onze logopediste die ons steeds geruststelde en ons hielp hoe we dit konden aanpakken. L. leerde traag maar ze kwam er wel altijd door. Ze had het geluk een goede intelligentie te hebben. Op het eind van het zesde leerjaar had ze een Intelligentie van 121 en daar waren we heel blij mee. Dit had ze ook nodig in combinatie met dysfasie;
L. heeft haar middelbaar ook bij ons in de school gedaan. Dit was van de eerste tot de laatste dag strijden met de leerkrachten. Altijd gaan aankloppen en gaan uitleggen hoe L. in elkaar zat en wat dysfasie voor haar was. Heel Moeilijk. Leerkrachten kenden het niet en waren ook niet van zin om zich ermee bezig te houden. Maar dan kenden ze ons nog niet. Wij hebben het tot in het zesde jaar volgehouden om met L. te studeren, om L. situaties uit te leggen, om haar om te laten gaan met andere pubers en noem maar op. In het laatste jaar zijn mijn man en ik gaan uitleggen voor het hele lerarenkorps wat dysfasie voor L. was. We vonden het nog steeds nodig. Al bij al werd L. door de leerlingbegeleider goed opgevolgd en gesteund. Ze heeft haar diploma jeugd en gehandicaptenzorg in de technische afdeling behaald. We zijn daar heel trots op. Ze heeft een tijdje gewerkt op haar stageplaats bij zwaar mentaal volwassenen. Ze deed dit erg graag maar heeft toch gekozen om ook nog iets te studeren. Ze volgt nu haar tweede jaar schoonheidsspecialiste in een syntra-opleiding en werkt twintig uren in een kledingwinkel. Ze heeft het erg naar haar zin en heeft spijt dat zij niet eender wat kan kiezen om verder te studeren zoals haar vrienden. In haar vrije tijd is ze leidster in de chiro en bezoekt ze haar mensen van haar eerste Job. Het is een gelukkige jonge vrouw die veel zelfvertrouwen heeft gekregen omringd door veel vrienden. Ze heeft ook al heel lang een vaste vriend. Hij heeft ook moeten leren omgaan met lore haar stoornis. Maar blijkbaar lukt het.
We zijn blij om zo een pracht docher te hebben. Ze heeft leren vechten en volhouden om iets te bereiken. L. kan heel goed op haar tanden bijten. We moeten haar nog steeds wijzen op haar praten. Haar helpen om situaties te begrijpen. Maar de jaren hebben haar al veel geleerd. We weten dat ze haar weg gevonden heeft en dat ze goed vertrokken is. Ondertussen is L. afgestudeerd en werkt ze in de kledingzaak. Alles loopt prima voor haar.